Een werkgever kan de Kantonrechter verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden, mits het gaat om een van de navolgende redenen (art. 7:669 c t/m h BW):
- frequent verzuim;
- disfunctioneren;
- verwijtbaar handelen of nalaten;
- gewetensbezwaar;
- verstoorde arbeidsrelatie;
- rest grond (dit is uiterst beperkt).
Ook werknemer kan een ontbindingsverzoek bij de Kantonrechter indienen, mits van hem niet langer te vergen is dat het dienstverband in stand blijft. Dit is een zware eis die er toe kan leiden dat werknemer problemen krijgt bij de toekenning van een ww-uitkering. Laat u goed adviseren en neem contact op met Kouwenaar Advocatuur.
Ontbindingsprocedure
De ontbindingsprocedure is een bodemprocedure en wordt gestart met het indienen van een verzoekschrift, gevolgd door een verweerschrift van de andere partij, waarna partijen de mogelijkheid krijgen om op een zitting bij de Kantonrechter hun standpunten toe te lichten. Het is wel goed mogelijk dat er tussentijds nog een re- en dupliek volgt. Gelet op het karakter van een bodemprocedure, kunnen er ook getuigen worden gehoord etc.
Indien partijen als resultaat van onderhandelingen overeenstemming hebben ten aanzien van de ontbinding en het nodig wordt geacht om een rechtelijke uitspraak te hebben, worden het verzoekschrift en het verweerschrift in overleg opgesteld en zal zonder dat er een zitting plaatsvindt danwel na een vijf minutenzitting, ontbinding volgen. In dat geval wordt gesproken van een formele ontbinding.
De redenen voor een Kantonrechter om een arbeidsovereenkomst te ontbinden zijn met de invoering van de Wet Werk & Zekerheid fors verminderd. Daarentegen oordeelt de kantonrechter in hoger beroep desgevraagd wel weer op uitspraken van het UWV Werkbedrijf. Ieder geval dient individueel bekeken te worden welke reden aangevoerd kan worden voor de gewenste beëindiging en of deze wel voldoende gewichtig is en zo ja, dan is in principe de transitievergoeding verschuldigd.
Opzegtermijn
Bij de behandeling van een verzoek houdt de Kantonrechter rekening met opzegtermijnen en de wachttijd voor de ww. De kantonrechter zal desgevraagd rekening houden met de proceduretijd, die in aftrek komt op de wachttijd voor de WW (fictieve opzegtermijn) als er maar een maand overblijft. Ook moet de Kantonrechter nagaan of het verzoek verband houdt met een opzegverbod. Indien dit wel het geval is zal de Kantonrechter het ontbindingsverzoek afwijzen.