Wat is een overeenkomst?
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en een aanvaarding daarvan (art 6:217 BW). In beginsel mogen partijen zelf weten wat zij afspreken, behalve als dat in strijd is met een dwingende wetbepaling of in strijd is met de openbare orde of goede zeden. Een overeenkomst waarbij wordt afgesproken dat een partij ten behoeve van de andere partij chemisch afval ergens op de Veluwe zal laten verdwijnen, is nietig omdat dit in strijd is met de milieuwetgeving.
Bewijs? Schriftelijk!
Alhoewel vrijwel alle overeenkomsten ook rechtgeldig zijn als deze mondeling worden gesloten, raden wij u aan belangrijke afspraken altijd te bevestigen, bijvoorbeeld per e-mail, of ondertekend op schrift. Dit komt de helderheid van de afspraken ten goede en levert gemakkelijker bewijs achteraf op.
Kouwenaar Advocatuur helpt u desgewenst bij het opstellen van de gemaakte afspraken en kan daarbij ook meedenken over mogelijke hiaten in de onderling gemaakte afspraken, zodat u later niet voor onplezierige verrassingen komt te staan.
Structuur overeenkomst
Alhoewel het opstellen en beoordelen van een overeenkomst maatwerk is, kent globaal gezien iedere overeenkomst ongeveer de navolgende structuur:
a. namen van de partijen en diens rechtsgeldig bevoegde gemachtigde/bestuurder;
b. kopje overwegingen, vaststelling van een aantal feiten die hebben geleid tot de afspraken;
c. de afspraken zelf;
d. datering en ondertekening door de onder a genoemde personen.
Uitleg overeenkomst?
Soms ontstaat er een verschil van mening tussen partijen omtrent de uitleg van een overeenkomst. Als de tekst van de overeenkomst onvoldoende uitkomst biedt, dan zal de overeenkomst via de Haviltex formule worden uitgelegd. In het kort komt de Haviltex formule erop neer dat naast een taalkundige uitleg ook gekeken moet worden welke betekenis de partijen aan de tekst gaven en wat ze over en weer van elkaar mochten verwachten.
De redelijkheid en billijkheid
Art. 6:248 lid 1 BW bepaalt dat overeenkomsten niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen hebben, maar ook die welke, naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien. Dit heet de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid.
Art 6:248 lid 2 BW bepaalt dat een tussen partijen overeengekomen rechtsgevolg geen werking heeft als dit gevolg in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Dit heet de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid.